De ganzen van Meinerswijk

Wanneer je een wandeling maakt door Meinerswijk, tref je meestal wel ergens ganzen aan. Soms maar enkele, soms een grote groep. Niet elke gans is hetzelfde en daarom lijkt het mij leuk ze eens nader te bekijken.

Grauwe gans
Dit is een forse grijs/bruine gans met een flinke oranje snavel en poten. Een jaar of dertig, veertig geleden was dit in Nederland nog een behoorlijk zeldzame broedvogel. Maar tegenwoordig is deze soort het hele jaar wel in Meinerswijk te vinden. In het voorjaar is het zelfs een redelijk algemene broedvogel en in de loop van april zie je dan vaak een ouderpaar met daartussenin een stuk of zes kuikens zwemmen.

In juni neemt het aantal flink toe. Dat komt voor een deel door alle jongen die groot worden, maar er komen ook veel vogels uit de omgeving naar Meinerswijk. Juni is voor de grauwe gans namelijk de tijd om te ruien. Ze kunnen dan een paar weken niet vliegen omdat ze in één keer alle veren van de vleugels verwisselen.

Ze verzamelen dan op het grasland aan de rand van het water. Hier kunnen ze gras eten en bij onraad snel het water op vluchten. In die periode zijn ze heel erg op hun hoede en bij het minste of geringste vlucht de hele groep het water op. Eind juni is het gras op de oever dan volledig kaal gegeten.

In de winter wordt de Nederlandse populatie aangevuld met vogels uit Scandinavië maar ik heb de indruk dat in Meinerswijk vooral lokale vogels uit Meinerswijk en Sonsbeek overwinteren.

Grote Canadese gans
Een andere grote gans die we regelmatig tegenkomen is de grote Canadese gans. Deze vogel is goed herkenbaar aan de zwarte hals en de witte wang. Het is geen vogel die in Nederland van nature voorkomt. Hij is jaren geleden ontsnapt uit watervogelcollecties en tegenwoordig in Nederland een redelijk algemene verschijning.

Ze broeden in Meinerswijk meestal bij de kleine eilandjes rechts van de ingang aan de Drielsedijk. In die periode zijn ze vaak behoorlijk territoriaal en luidruchtig. Buiten de broedtijd zien we ze meestal in een groepje van enkele tientallen bij elkaar.


Kolgans

In de loop van oktober verschijnt er een derde ganzensoort ten tonele, de kolgans. Hij lijkt wel wat op de grauwe gans maar is ietsje kleiner en heeft zoals de naam al zegt een mooie witte kol om de snavel. Op de buik hebben ze in meer of mindere mate zwarte strepen. In tegenstelling tot het rauwe gakkende geluid van de grauwe gans is de kolgans in de vlucht goed te herkennen aan het wat hogere bijna juichende geluid.

De vogels broeden op de Siberische toendra en komen naar Nederland om te overwinteren. Met 800 tot 900.000 exemplaren is het in de winter in Nederland een van de meest voorkomende ganzen.

Naar de verspreiding van kolganzen wordt veel onderzoek gedaan door ze te voorzien van een gekleurde halsring met een code. Met de verrekijker is zo’n code goed af te lezen. Op die manier heb ik kunnen vaststellen dat bepaalde individuen meerdere jaren achter elkaar vaak in dezelfde tijd in Meinerswijk verblijven. En tussendoor dus naar Siberië en terug.

Nijlgans
Als laatste hebben we dan nog de nijlgans. Eigenlijk is dit geen echte gans maar een eendachtige, net als de bergeend. Ook de nijlgans is jaren geleden ontsnapt uit watervogelcollecties. Oorspronkelijk komt hij – zoals de naam al doet vermoeden – uit Afrika maar in Nederland weet hij zich prima te handhaven.

Qua uiterlijk is het een vaalbruine gans met in de vlucht twee duidelijke witte vlekken op de vleugels. Broeden doen ze vrijwel het hele jaar door en het is dan ook niet ongewoon om in januari al een nijlganzen paartje met jongen te zien.

De jongen worden fanatiek verdedigd tegen andere vogels en dat heeft ze de naam gegeven dat ze agressief zijn. Maar ook andere watervogels kunnen hun jongen vol vuur verdedigen. Denk maar aan de meerkoet en ook de knobbelzwaan is zeker geen lieverdje als er jongen zijn.

Sinds een aantal jaar worden de weilandjes rondom de Plas van Bruil en bij de Praets niet meer begraasd/gemaaid en hierdoor verruigen ze nogal. Voor de ganzen worden ze dan veel minder aantrekkelijk om te foerageren en dat is eigenlijk best jammer. Als slaapplaats blijft Meinerswijk zeker voor de kolgans nog steeds erg in trek.

Egbert Vrieling, bestuurslid en vaste gids bij onze Vroege Vogel Excursie

Alle foto’s zijn door ons bestuurslid Resie Robbers in Meinerswijk gemaakt.

Dit bericht is geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink.